Nóg een lading klein te zagen brandhout voor de winter. We hebben het geluk dat we met vrienden mee mogen naar een verlaten amandelgaard waar veel dode bomen staan en kunnen daar fantastisch mooi brandhout 'scoren'.
Wanneer het huis enkele malen blank heeft gestaan door de ongewone hoeveelheid regen die er dit jaar valt, besluiten we rondom het huis hoognodige dakgoten te monteren. En waarachtig, het helpt!
Maar goed, het is zolangzamerhand ook tijd aan het worden om olijven te oogsten. Deze zijn zwart, wat betekent dat ze erg rijp zijn, en maken we in in zout. Dat droogt ze uit waarna ze tussen de vier á zes weken eetbaar zijn. De echte oogst slaan we dit jaar over, want we hebben gewoonweg veel te veel andere dingen te doen.
We verbranden enorme stapels oud snoeihout, die al jarenlang overal over het land verspreid liggen, en waar we eigenlijk niets anders meer mee kunnen. We halen de grotere stukken er natuurlijk tussenuit, voor in de kachel, maar de rest gaat in rook op.
De tuinbonen die we van een buurman hebben gekregen komen uit!
Regenwater blijft door een van de zijmuren van het huis sijpelen, zelfs na het monteren van de dakgoten... We laten een graafmachine komen om die hele zijkant van het huis vrij te maken van de aarde die er zich tegen de muur heeft verzameld en waardoor het water vrij spel heeft.
Het inmaken van de olijven gaat ondertussen gewoon door... Pauline probeert allerlei verschillende methoden...
Ook is het paddenstoelentijd geworden, hier de in de omgeving geliefde en geroemde soort 'Rovellones' (Lactarius sanguifluus), die inderdaad wel erg lekker smaken.